Verlaging van de pensioenpremies
Het kabinet werkt aan wettelijke regels waarmee het pensioenfondsen een verlaging van de pensioenpremies kan opleggen. Met deze maatregel hoopt het kabinet de steun van de oppositiepartijen te verwerven. Om het pensioensparen te versoberen heeft het kabinet de steun van oppositiepartijen nodig.
De versobering van het pensioensparen is de grootste bezuiniging in het regeerakkoord. De versobering van het pensioensparen moet in 2017 bijna 3 miljard euro opleveren.
Het kabinet wil met ingang van volgend jaar nog maar 1,75 procent van het jaarinkomen tot honderdduizend euro belastingvrij opzij laten zetten voor het pensioen. Nu is dat nog 2,15 procent over het hele inkomen, zonder het plafon van honderdduizend euro.
De versobering is volgens het kabinet mogelijk doordat we langer gaan sparen voor het pensioen, we worden geacht langer door te werken en dus is de periode voor pensioensparen langer. Door de lagere belastingvrije voet stijgen de brutolonen, waarover belasting wordt geheven. Een verlaging van de pensioenpremie, zou effectief zorgen voor hogere nettolonen.
Het voorstel is tot nu toe gesneuveld in de Eerste Kamer omdat er zware kritiek was op het plan. Ook kon er geen antwoord worden gegeven op de vraag of de pensioenpremies daadwerkelijk omlaag zouden gaan. Pensioenfondsen staan niet te springen en voelen er niets voor de premie te verlagen.
De pensioenfondsen betogen dat als de premies omlaag gaan, het pensioen wordt versoberd, er dreigt nu een scenario waar jongeren veel afdragen aan het pensioenfonds, maar zelf weinig pensioen opbouwen en dus betalen aan het herstel van de pensioenfondsen en een hoger pensioenen voor de ouderen.